Anekdote “kippenvel”

Rome loopt over van mensen met tijdelijk verblijf. Deze metropool heeft 4 miljoen inwoners maar geeft per jaar aan vele miljoenen mensen meer tijdelijk onderdak. Merendeels toeristen, uit eigen land maar ook van ver daarbuiten. Toeristen zijn dan de beter gesitueerde soort bezoekers. Je ziet ook veel minder bedeelden. De straatverkopers. Alles wat een creatieve geest aan onzin kan bedenken, brengen zij aan de man. Ik heb er bewondering voor. Met volharding lukt het hen aan mensen spullen te verkopen waar in het geheel geen behoefte aan bestaat. En waarvan iedereen de grootste twijfels heeft over de kwaliteit. Jaren geleden heb ik kennis gemaakt met een nieuw komend directeur Verkoop. Je weet wel, zo’n fast guy. Strak in het pak, praat snel, loopt over van engelse termen. Heb hem verteld dat gevoel voor realiteit en betrokkenheid met zijn mensen het beste is wat hem zou kunnen overkomen. Dat had hij, meende hij stellig. Naar zijn inwerkprogramma vragend bleek van niet. Hem had ik graag een weekje straatverkoper in Rome gegund. Met als target – ik begin ook al zijn termen over te nemen! Bah! – een grote doos fluitjes, ploffende snotballen, wegwerpzonnebrillen en dergelijke verkopen. Enige bescheidenheid had hem gesierd.
Rome kent nog meer tijdelijke kostgangers. Spuitbuskunstenaars, straatartiesten, in vele soorten en maten. Schilderijen, toneel of muziek. Voor een ongevraagd en ondankbaar publiek. Vaak zit de sleet erin. Het echte vuur is gedoofd. Het is een kunstje, een riedeltje. Twee vingers in de neus en ogen dicht. Gaan met de bekende banaan. Je doorziet het. Maar soms is er de vinger van God. Of van Michelangelo? Kijkt de Muze mee. Frisheid en originaliteit. Dat geeft fascinatie, opwinding. Echt kippenvel.
Tot slot de rondhangers, bedelaars. Zigeunermoedermeisjes, gehandicapten, verwaarloosde baardmannen, pickpockets, gestranden, kartonnen doos bewoners. Klinkt misschien minachtend. Dat is net niet de bedoeling. Ik zeg dit met respect voor ieder mens maar juist met begrip en medeleven voor achtergrond en situatie. Allen willen delen met beter gesitueerden. Begrijpelijk. In ruil voor een zegen, een dankwoord. Of gewoon voor niets. Want allen moeten eten. Sommigen drank. En iedereen wil onderdak. Zoals elk ander. En doen daarvoor hun ding. Hoe weinig het ook mag zijn. Soms gespeeld, soms oprecht. Het onderscheid is moeilijk te maken. Act or reality? Maar soms is er de vonk van oprechtheid, echtheid. Je doorziet de bittere ellende. Ik heb het meegemaakt. Dat is schrikken, shocking. Tranen in je ogen. Grijp je je portemonnaie? Ik nam er ooit een mee naar een broodjeszaak. Gaf eten en drinken. Dan die dankbare ogen. Dat kortstondige geluk. En óók dat geeft kippenvel. Alleen van een andere soort.