Anekdote “Luciano”

Ik kom al jaren in Rome, als gids. Altijd in hetzelfde hotel. Een echt familiehotel in het centrum van Rome. Drie sterren. Keurig schoon, betrouwbaar, vriendelijk. Een hotel met een menselijk gezicht. Ik ken inmiddels zo’n beetje alle wels en wees van iedereen. Van de kamermeisjes tot de baliemedewerkers en de eigenaar zelf. Allemaal vriendelijk, behulpzaam. Zonder uitzondering. Ook Luciano. Een van de oudgedienden. Van het eerste uur. Kent de klappen van de zweep en “zijn” gasten. Betrokken en meer dan bereid tot een praatje. Luciano komt uit Libanon. Heet eigenlijk geen Luciano. Hij heeft mij zijn echte naam wel eens genoemd. Klonk arabisch. Heb hem gehoord en was hem meteen alweer kwijt. Ik houd het daarom bij Luciano. Zoals ieder ander. En hijzelf ook. Luciano is ooit eens getrouwd geweest. Heeft ook een teenage dochter. Met suikerziekte. Dat kost hem veel geld maar daarover klaagt hij niet. Heeft dat voor haar over.
Ik leerde hem wat beter kennen rond 2010. Toen de bankencrisis het toerisme in Italië flink pijn had gedaan. Ook het hotel had te lijden van wegblijvende toeristen. Werktijdverkorting voor het personeel achter de balie was een van de maatregelen. Dus minder salaris. Maar altijd nog beter dan ontslag redeneerde ik. Luciano had er toch geen goed woord voor over. Want naast minder salaris kwam ook meer administratief werk. En daar had Luciano een broertje dood aan. Breeduit deed hij zijn beklag bij mij, die hij als zijn vertrouweling zag. Een beetje ongemakkelijk voelde dat wel. Als gasten deden we tenslotte zaken met zijn baas. Maar ik heb het altijd bij me gehouden. Discreet. Luciano ging in deze onrechtvaardigheid volledig op. Maakte zich enorm druk. Niet goed voor je hart, suste ik. Kalmeerde hem. Tussen zwart en wit ligt een hele wereld aan grijs. Luciano onvermurwbaar. En keer op keer kwam hij erop terug. Het raakte hem. Alsof hij persoonlijk beledigd was. Ik mocht deze brompot met zijn hart van goud. Ook al reageerde hij narrow minded. Maar dat was hij beslist niet.
Twee jaar geleden kwam ik in november weer in Rome. Somber weer, net niet druilerig. Geen Luciano. Ik kreeg snel het nieuws van enkele weken eerder mee. Luciano was op een oktoberochtend dood aangetroffen. Door dochterlief in de woonkamer. Hartinfarct. Wat een schok! Een dreun! Sowieso voor haar. Voor iedereen. Na weken proefde ik nog de bedrukte sfeer in het hotel. Een open plaats, een wond. Die moest echt nog helen. Door de tijd. Ook bij mij. Ik mocht wel zeggen! Maak je niet druk. Slecht voor je hart. Ik mis Luciano. Elke keer weer als ik in Rome kom. Geen leuk verhaal. En toch vertel ik het. Voor wie? Voor degene die hem kende. Degene die dit leest. Voor mezelf. En voor hem. Luciano.