Anekdote: “Prieeltje”

“NOCTILUCAE SILVARUM POTENTI”. Dat staat op de ronde architraaf van het ronde tempeltje. Ik ben in het park van Villa Borghese. Daar staat dit elegante bouwwerkje. Net een prieeltje. In het midden een zuiltje van ruim één meter. Gewijd aan het krachtige nachtelijke licht in het bos, vertelt mijn latijn mij. Hoeveel romantischer kan ik het bedenken? Niet dus. En ik ben niet de enige. Het prieeltje nodigt uit tot kiekjes. Soms hele foto shoots. Ik ga op een bankje zitten. Wachten en kijken. Een viertal zonnebril nimfen maakt er een ware show van. Ervoor. Ernaast. Tegen een van de zuilen. Smachtend omhoog kijkend. Zonnebril op het puntje van de neus. Hoe jong deze nimfen ook zijn, gevoel voor show is hen niet vreemd. Giechelend vertrekken de spring-in-het-veld nimfen weer, wanneer ze zien dat ik hen gadesla. Op mountainbikes nadert een pront stelletje. Het fris lichtblauwe jurkje twijfelt geen moment. Springt van haar fiets en beklimt de trappen. Hijst zich als een ware Diana op het zuiltje. En gaat trots zegevierend staan, overeenkomstig haar atletische aard. De armen wijd uitgespreid. Haar trotse Apollo maakt een paar shots van zijn godin. Jurkje springt eraf. Pakt de fiets en trapt weg, uitdagend achterom kijkend. Of haar Apollo haar wel volgt. Of zelfs maar bij kan houden. Hoeveel anders twee jongedames die in een Piet Plezier aan komen zweven. Een is een ranke charmante bloemenfee. Wacht bescheiden op haar beurt. Als het prieeltje beschikbaar is, gaat ze voorzichtig op het zuiltje zitten. Benen over elkaar en geeft haar vriendin een fototeken. Laat zich zakken, kijkt schuchter rond. Dat ze maar niet is beloerd bij haar “zondige uitspatting”. Ik stel haar gerust door juist niet te kijken. De bloemenfee en haar vriendin zweven weer weg. Een ouder stel maakt zijn opwachting. De held in ruste klimt wat stram op het zuiltje. Laat zich trots bekieken door zijn levenslange gezellin, handen in zijn zij. Neemt alle tijd. Misschien wel zijn laatste heldendaad. Ogenschijnlijk kwiek komt hij naar beneden. Lacht – opnieuw jong – naar zijn aanbidster. Geeft haar ondeugend een tikje tegen haar billen. Hoopvol de spannende gebeurtenissen van die dag letterlijk een handje helpend. Zij lacht blij. Zijn buit is binnen. Het prieeltje wekt romantische fantasieën. Leeftijd speelt geen rol. Ieder is nimf, held of god. Ik bedenk me. Of toch? Kan het wel romantischer? Jawel! Veel romantischer. Ik stel me het prieeltje bij maanlicht voor. En dan zonder toeschouwers. Wat zou het maanlicht dan voor uitwerking hebben? Op de romantiek van deze nimfen en goden? Het prieeltje waarschuwt er zelf al voor. Mijn fantasie slaat gevaarlijk op hol. Ik mijmer verder. Gelukkig veilig in het zonlicht.