Niemand kon voorzien hoelang zij zou regeren. En dat ze met zo’n harde hand haar regime staande zou houden. Een ijzige, dodelijke greep. Maar het meest verraderlijke aan haar greep is dat je die niet kunt zien, voelen of horen. Tot het te laat is. Ze was er ineens, kwam zomaar uit het niets, leek het wel. En ze was niet van plan kort te blijven. Al snel kwam alles tot stilstand, als een machine zonder olie.
En zo werd de afstand naar Rome van de ene op de andere dag onoverbrugbaar. Wat eerst een makkelijk weekend uitje was, leek al snel een pelgrimage, een bezoeking, een eindeloze hindernisbaan. Historische gebouwen, de prachtigste beelden en overweldigende schilderijen, alles buiten bereik. Rome een stad, ver weg. Alles een herinnering. Bijna een sprookje, onwerkelijk. En daarmee ook de mensen die ik al jaren achtereen kende. Sommigen waren veel meer geworden dan alleen maar de restauranthouder, de hoteleigenaar of de kaartjesverkoper in een museum. En ook zij leden onder het juk van de Onwrikbare Koningin. Werden getroffen door de stilstand. Geen bewonderende bezoekers, geen vermoeide toeristen en geen zwetende rugzakkers meer. De straten van Rome stiller dan anders. Geen gezellige drukte meer, waardoor Rome al vele decennia floreert. Weg toeristen.
De pijn is te voelen, iedere minuut van de dag, ieder woord van een mail. En dat is wat ik nu al ruim anderhalf jaar doe: mailen. Met een van mijn Romeinse vrienden. Antonio. Hoteleigenaar. In hart en ziel. Wekelijks wisselen wij mail. Het ene relaas na het andere. Wat de wereld treft. En ons. Dit digitale lint van woorden is als de Draad van Ariadne. Een levensdraad. Die ons verbindt in de hoop ons naar veilige haven te kunnen loodsen. Te overleven. Lotgenotencontact. A life line. Hier hangen wij krampachtig aan vast. Haast letterlijk wordt het een – hopelijk niet – Never Ending Story. We schrijven elkaar over de pijnlijke gevolgen van haar regime. Hoe overheden ermee worstelen. Hoe banken krampachtig reageren. We zien onszelf en elkaar in bijna dezelfde spiegel. Twee spiegels, één beeld. Twee zielen, één gedachte. Via het toetsenbord houden we elkaars hand vast. Dat verbindt. Maakt de onoverbrugbare afstand korter. Een digitale woordenstroom over de handenbrug. Zo zitten we om beurten elkaar te schrijven. En wachten tot het onweer overtrekt. Totdat Koningin Corona genoeg van ons heeft. En zo vindt de geboorte van “The Corona Chronicles” plaats. Afwachten, schrijven en zitten. Maar niet gewoon zitten. Niet alleen zitten. Ook uitzitten.